Cerianthus lloydii Gosse, 1859 Viltkokeranemoon
| Kenmerken | De viltkokeranemoon heeft twee soorten tentakels. Langs de rand staan maximaal 70 lange dunne tentakels. Rond de mond staan korte tentakels. |
|---|---|
| Kleur | De zuil is meestal bruin, de tentakels hebben uiteenlopende kleuren. |
| Voorkomen | Grevelingen en Oosterschelde in slib- en zandbodem. |
| Voedsel | Geslachtelijk. |
| Voortplanting | |
| Grootte | Doorsnee tot 10 cm. |
De viltkokeranemoon leeft in een ingegraven koker van slijm en modder. De tentakels en mondschijf steken boven de bodem uit.

