Tubularia indivisa Ellis & Solander, 1786 Penneschaft
| Kenmerken | Onvertakte stelen. ± 40 kleurloze tentakels rond de mond, ± 30 tentekels in de tweede tentakelkrans. Voortplantingsorganen wit. |
|---|---|
| Kleur | Kleurloze tentakels, poliep rood. Geelbruine stelen die naar boven donkerder worden. Voortplantingsorganen wit. |
| Voorkomen | Oosterschelde op hard substraat, sporadisch in de Grevelingen. |
| Voedsel | |
| Voortplanting | |
| Grootte | Hoogte tot 20 cm. |
De penneschaft wordt groter dan de gorgelpijp. De kolonies hebben een lossere structuur dan de gorgelpijp.

