Enophrys bubalis (Euphrasen, 1786) Groene zeedonderpad
Kenmerken | Bodemvis met een grote kop, grote bek en dikke lippen. De ogen staan hoog op de kop. Bij de mondhoeken zitten 1-2 baarddraden. Grote borstvinnen. |
---|---|
Kleur | Bruin tot groen met een donker vlekkenpatroon. In de paaitijd fellere kleuren. |
Voorkomen | Oosterschelde en Grevelingen. |
Voedsel | Ongewervelden en visjes. |
Voortplanting | Geslachtelijk. |
Grootte | Vrouwtje tot 25 cm, meestal kleiner, mannetje tot 12 cm. |
De groene zeedonderpad is algemeen in Oosterschelde en Grevelingen, door zijn camouflagekleuren valt hij niet altijd op. Hij is te vinden op hard substraat en tussen wieren. Soms ook op zandbodems.
De roze eieren worden in de winter gelegd en bewaakt door het mannetje.