Gasterosteus aculeatus Linnaeus, 1758 Driedoornige stekelbaars
| Kenmerken | Scholenvisje met drie stekels op de rug. |
|---|---|
| Kleur | Groengeel, onderkant lichter. |
| Voorkomen | Oosterschelde en Grevelingen. |
| Voedsel | Kleine ongewervelden. |
| Voortplanting | Geslachtelijk. |
| Grootte | Tot 10 cm, meestal kleiner. |
De driedoornige stekelbaars komt ook in zoet water voor. Tijdens de paaitijd krijgen de mannetjes een fel rode buik. De eieren worden bewaakt door het mannetje.

